Contactgegevens
T 078 - 79 99 932 078 - 79 99 932

Kern: 
Na een succesvolle pilot tussen het CJIB en Schuldbemiddeling Nederland, kwam het CJIB met de BBW en BPBI tot een intentieverklaring. Met deze intentieverklaring worden aan bewindvoerders dezelfde mogelijkheden geboden als aan NVVK-leden, zodat zij een belangrijke rol kunnen vervullen bij het oplossen van problematische schulden.

Bewindvoerders winnen terrein 
Het is alweer ruim een jaar geleden: Op 21 maart 2017 ondertekenden het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de Beroepsvereniging Bewindvoerders WSNP (BBW) en de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders (BPBI) een intentieverklaring. Hiermee werd het CJIB-convenant, zoals dat in 2008 was overeengekomen met de branchevereniging voor schuldhulpverlening (NVVK), ook opengesteld voor leden van deze beide beroepsverenigingen. Een goede zaak dat deze afspraken verbreed werden. Van oudsher mochten alleen de gemeenten (veelal NVVK-lid) schuldbemiddelingen opstarten toen het verbod op schuldbemiddeling (artikel 48 Wck) nog erg strikt geformuleerd was. In de loop der jaren is daar een aanvulling op gekomen, waardoor bijvoorbeeld ook beschermingsbewindvoerders en bewindvoerders Wsnp mochten gaan bemiddelen. Het leidde echter tot een soort “voorsprong” van de NVVK-leden in bekendheid bij schuldeisers en insolventierechters. De gedragscode werd als “de norm” gezien, en dat stelde de NVVK in staat om met tal van partijen te komen tot convenanten, waaronder ook met het CJIB. Waardevolle afspraken in de schuldenproblematiek, dat zeker, maar het had ook weer de keerzijde dat het voor veel schuldeisers een reden was om het standpunt aan te nemen dat wanneer men geen NVVK-lid is, niet meegewerkt wordt aan een schuldbemiddeling. Er lag immers een convenant met de NVVK-leden, niet met anderen. En onbekend maakt vaak onbemind.

Voortrekkersrol SBN
Schuldbemiddeling Nederland is geen lid van de NVVK, waardoor schuldeisers met regelmaat op die grond weigerden mee te werken. Het CJIB was één van die ‘dwarsliggers’. Als professionele partij weet SBN wanneer vasthoudendheid gesteund door expertise helpt. SBN diende aan de lopende band verzoeken dwangakkoord in. Tegen het CJIB, maar ook tegen DUO, Evides, Eneco enzovoorts.. Een NVVK-lidmaatschap kan namelijk geen vereiste zijn om tot een deugdelijke bemiddeling te komen, zo oordeelden ook de insolventierechters, bijvoorbeeld in Rb. Rotterdam 11 februari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:2342. Onlangs nog werd ook de gemeente Rotterdam op deze grond (“lidmaatschap NVVK niet vereist bij verzoek ex artikel 287a Fw”) gedwongen om mee te werken aan een door SBN voorgelegd dwangakkoord (Rb. Rotterdam 2 oktober 2017, Rek.nr. C/10/530019/FTEA17/1344). Er werden zelfs vragen over de houding van het CJIB in de Tweede Kamer gesteld: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2737.html

Zakelijke afspraken werken beter
Al die dwangakkoorden hebben schuldeisers, zeker de “repeat players” waaronder het CJIB, aan het denken gezet. Door een aantal schuldeisers is besloten te komen tot erkenning van SBN, bijvoorbeeld door DUO. Anderen kwamen liever tot een convenant, bijvoorbeeld Evides Waterbedrijf. Het CJIB besloot zich open te stellen voor bemiddelingen door Wsnp-bewindvoerders, maar wilde daartoe wel eerst een pilot. Besloten is om te komen tot een pilot met SBN, waarbij SBN de schuldbemiddelingen uitvoerde en het CJIB de invordering bevroor. Hierbij werden deurwaarderdossiers teruggehaald, het dwangmiddel gijzeling was niet langer van toepassing en, als belangrijkste resultaat ook voor de klant, er werd akkoord gegeven op bemiddelingsvoorstellen. Bij tussentijdse evaluaties was men over en weer louter positief. Het werkt van twee kanten: Bemiddelingen werden door SBN deugdelijk uitgevoerd en het CJIB werd daarin tijdig bericht over de stand van zaken. En omgekeerd: Het CJIB gaf steeds tijdig reactie op verzoeken tot saldo-opgave en betalingsvoorstellen. Verder werd trouw het incassoproces bevroren zodra een envelop van SBN op de deurmat viel.

Maatschappelijke verantwoorde incasso
De nieuwe werkafspraken zijn niet alleen pragmatisch (tijd- en kostenbesparend) maar ook heel erg nodig gebleken. In toenemende mate zagen bewindvoerders, hetzij in de schuldsanering hetzij in het beschermingsbewind, dat hun cliënten in een problematische schuldensituatie worden geconfronteerd met oplopende boetes en incassotrajecten die zij niet zelfstandig tot een oplossing kunnen brengen. De verhogingen belopen vaak een veelvoud van de oorspronkelijke schuld, en dat bij iemand die die oorspronkelijke schuld al niet betalen kon. Dit leidt tot tal van maatschappelijke problemen zoals uitzichtloosheid, lethargie, armoede, sociale uitsluiting en gezondheidsklachten. De inzichten hierover zijn gelukkig ook bij de overheid zelf aan het kantelen geslagen. Vanuit het oogpunt dat de overheid op een maatschappelijke en verantwoorde manier vorderingen wil innen, zoals verwoord in de Rijksincassovisie, is het CJIB met de beide beroepsverenigingen het convenant aangegaan. Deze overeenkomst houdt in dat bewindvoerders voor hun cliënten op grond van de minnelijke schuldhulpverlening een schuldenregeling kunnen aanvragen bij het CJIB. De schuldenregeling kan worden aangevraagd voor verkeersboetes en voor andere justitiële vorderingen, zolang die niet binnen de looptijd van het minnelijke traject verjaren. Een schadevergoedingsmaatregel is echter in zijn geheel uitgesloten van een minnelijk traject. Het CJIB int die tenslotte voor het slachtoffer.

Expertise bewindvoering naar minnelijk traject 
Uiteindelijk hebben de positieve ervaringen dus geleid tot de uitbreiding van het convenant, onder het motto: “Onbekend maakt onbemind, maar omgang maakt een nieuwe vrind”. Het lag in feite ook voor de hand om deze afgebakende beroepsgroepen ook op het convenant aan te sluiten. Beide typen bewindvoerder zijn onderhevig aan wettelijke kwaliteitsregels, die worden gehandhaafd door respectievelijk het Bureau Wsnp van de Raad voor Rechtsbijstand en door het Landelijk bureau Curatele, Beschermingsbewind en Mentorschap, beide gevestigd te Den Bosch. Bovendien worden beide typen bewindvoerder door een rechter benoemd en gecontroleerd, en hebben een specifieke expertise in het veld van schulden en incasso. Dit vormde kennelijk voor het CJIB een voldoende waarborg. Met deze intentieverklaring worden aan bewindvoerders dezelfde mogelijkheden geboden als aan NVVK-leden. Met hun specifieke expertise over de persoon en omstandigheden van de debiteur en hun juridische, financiële en administratieve vaardigheden kunnen bewindvoerders een belangrijke rol vervullen bij het oplossen van problemen met schulden. Niet alleen in het wettelijk traject, maar ook in het minnelijk traject. Langs de weg van deze zelfregulering wordt daarnaast ook een betere en snellere aansluiting bereikt tussen de minnelijke en de gerechtelijke weg. Het valt te hopen dat in de nabije toekomst meer van dit soort initiatieven zullen ontstaan tussen de verschillende disciplines in het veld van de schuldenproblematiek. Dat zou ook mooi aansluiten bij de “brede schulden aanpak” die het huidige kabinet voorstaat.

Reacties niet mogelijk

94%

In 94% van de gevallen komen we tot een schuldregeling.

95%

95% van deze schuldregelingen wordt tot een goed einde gebracht.

100 dagen

de gemiddelde duur van onze schuldbemiddeling is 100 dagen.

Deze website maakt voor een optimale werking gebruik van cookies. Lees voor meer informatie onze privacyverklaring OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacyverklaring Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang